zondag 5 juni 2016

Boomfluisteraar




 Voor mijn huis ligt een tuin en in die tuin staat een boompje. Het is er één van de appel. Eigenlijk is het niet meer dan Spriet de 2de, want meer dan een spriet met een paar zijtakjes is het niet. Toch koester ik hem en telt ie voor mij als heuse boom, want hij heeft in mei gebloesemd.
    Nou niet bij de hand gaan doen en zeggen dat het logisch is dat er bloesem in een appelboom komt. Voor dit boompje is dat iets nieuws. Nooit eerder versierde hij zijn takjes met bloempjes.

Het was vast zijn dank voor mijn goede zorgen, want zonder mij was hij nooit zo ver gekomen. Als ik hem niet als pitje in een potje had gestopt en gekoesterd, zou hij zich nooit tot spriet hebben ontwikkeld. Van fruitschaal tot boompje – allemaal door mij. Ik ben er zelf stil van.
    Ik overweeg de landbouw in te gaan! Als het lukt één appelboom te kweken, dan moet een appelbomenbos ook lukken.

Natuurlijk heb ik geGoogled en ontdekte dat een paar bloesempjes nog geen appeltjes beloven. Daar komt het verhaal van het bijtje dat bloemetjes knuffelt ineens achter de boom vandaan. Want om een appeltje te krijgen, moet een bloesempje bestoven worden door een bijtje. Tjonge, wat ingewikkeld!

Zie je Marcel en mij al bij Appelsprietje staan kijken en maar wachten op een bijtje dat langs vloog om te dansen op de bloesem. Geen bijtje kwam op bezoek en na bijna zelf wortel te hebben geschoten, vroeg ik:
    ‘Hoe krijgen we hier nou bijtjes bij?’
    ‘Misschien hadden we het insectenhotelletje dat nu onder de veranda in de achtertuin hangt, beter hier op gehangen.’
    ‘Met hier, bedoel je aan de stam van Appelsprietje?’ Ik voel direct medelijden met Appelspriet, zo sterk is ie nog niet, dat zie je zo.
    ‘Tja…’
    Ineens klonk achter ons:
    ‘Wij hebben vlak bij de voordeur een heleboel bijen, lok ze maar jullie kant op.’ Blijkbaar had onze buurvrouw onze smeekbede gehoord en bood hulp. Daar heb je tenslotte buren voor.
    ‘Een luchtbrug. Marcel, dat is het!’

Hoe die te bouwen hebben we niet eens bedacht, want het is niet zomaar een kwestie van een bijtje dat van het ene bloesempje naar het andere bloesempje jumped. Dat is te simpel. Het zoemertje moet met stuifmeelsels van een ándere appelboom de bloesempjes van ons boompje zachtjes beroeren. Waar halen we die ander boom nou ineens vandaan? Zo blijkt landbouw toch niet echt een pitteschilletje.

Ik denk dat ik voorlopig de appels nog maar gewoon bij de AH koop en rekening houdt met een onvruchtbaar boompje. Hoewel dat laatste voor Appelspriet misschien ook wel beter is. Stel dat er dan toch een bloesempje beknuffeld is met stuifmeel uit een andere boomgaard en dat er een appeltje gaat groeien en groeien en groeien…

Dan leidt het geen twijfel dat Appelsprietje met elk groter groeiseltje zal buigen en buigen en buigen. Hangt daar toch binnenkort een appeltje op de grond. Ik dacht dat appels aan de boom hangen, maar Appelspriet zal door de gewichtigheid van het appeltje buigen tot op de grond.
    Het scenario van breken komt gewoonweg niet in me op. Ik geloof in buigzaamheid.
    Om op een dag als het appeltje rijp is, zijn levensbron los te laten. WOESH, schiet zo Appelspriet weer rechtop. Verlost van zijn gewicht, een appeltje achterlatend. Zijn eerste appeltje! Ik ben bang voor een zuur appeltje, maar oké, een appel is een appel!

Ik durf niet hopen op een Elstar en een Nieuw Zealandse Breaburn al helemaal niet. De laatste is mijn favoriet. Maar een Elstar-pit garandeert niet een Elstar appeltje. Da’s belachelijk natuurlijk, maar mij is verteld dat er zoveel is gekruist in appelland, dat deze Appelspriet nog eerder een Golden Retriever zal voortbrengen dan een Estar. Een delicious idee toch?

Door al dit geschrijf besef ik dat ik Appelspriet eigenlijk nodig weer eens liefjes moet toespreken en laat gelijk de boel achter. Even Appelspriet vertroetelen en bewonderen, kan heus geen kwaad. Ik zal niet de eerste Irene zijn die als boomfluisteraar te werk gaat. It’s all in the name, blijkbaar.
    Laat ik nou toch door Appelspriet verrast worden. Al mijn woorden van hierboven mag je vergeten.
    Ik tel zeven miniappeltjes aan twee dunne takken. Wat zijn bijen stiekemerds zeg! Zomaar achter mijn rug om zeven bloesempjes pakken.
    En Appelspriet? Aan hem de eer als eerste door die zure appels heen bijten.