zondag 15 mei 2016

Mannenweekend



De koffers waren gepakt. De blaaspijp met pijltjes en de Air Strike, extra gereedschap, lege blikken en de barbecue werden als laatste in de auto gepropt.
    ‘Klaar om te vertrekken?’
    ‘Ja!’, klonk in koor. Daar gingen we, drie mannen (Marcel, de volwassene; zoonlief Benjamin en zijn vriend Merlijn) en ik. Een leuk weekend voor de boeg!

Dat bleek al bij de eerste maaltijd - een stilte ontbijt, met op brood een flink portie ochtendhumeurigheid. Gelukkig voor deze men-people dat Celine er niet was.  Zij kent geen enkele vorm van grumpyness en kletst het hele ontbijt bij elkaar.

Als er al gesproken werd, was het testosteron gerelateerd. Pixels en andere eigenschappen van foto- en videoapparatuur werden over de pannen heen en weer gesmeten. Videoprogramma’s werden uitgelegd en apps gepromoot. Gelukkig spraken ze ook over dode bomen omgooien en hout sprokkelen voor een kampvuur. Daar kreeg ik het zelfs warm bij.

Buiten de maaltijden om veranderde mijn vouwwagen al snel in een mannenwereld, waar gereedschap, touw, snoeren en lege camerahoezen achteloos werden achtergelaten.
    Ik smeet het de tent uit. Zo bleef het binnen de tent redelijk opgeruimd met daarbuiten voldoende ruimte voor mannentroepsels.
    ‘Mam, heb je de hamer gezien?’
    ‘Kijk maar buiten!’
    ‘Oh handig!’
    ‘Zal ik de inhoud van je koffer erbij smijten? Dan ligt alles bij elkaar.’

Nog amper uitgepraat zijn de drie jongens ‘m gepeerd met de Air Strike onder de arm en streken even verderop neer op een open ruimte en zetten de Air Strike tussen hen in. Het is een zelfontworpen ding waarmee Benjamin een buisje de lucht in schiet.
    Op een voet staat een verticale balk, waar bovenop weer een horizontale dwarsbalk ligt. Aan die  dwarsbalk is van de ene kant naar de andere kant een stuk van snelbinder gebonden. Als Benjamin een buisje met inkeping aan de onderkant daarop omlaag duwt en los laat, schiet dat buisje de lucht in. Vandaar de naam Air Strike? Het buisje strikes the air.
    Meneer maakte onder aan de verticale balk gaten waar een pin doorheen past. Die pin kan door zo’n gat en door een gat in het buisje geschoven worden. Zo schiet het buisje niet direct bij loslating de lucht in. Pas als de pin teruggetrokken wordt, zal het omhoog schieten. Best veilig eigenlijk.
    Omdat er verschillende gaten onder elkaar in de verticale balk zitten, kan de snelbinder steeds strakker worden gespannen. Je voelt ‘m natuurlijk al: het kan nooit strak genoeg. Het onderste (daarmee strakste) gat is al gauw favoriet.
    Daar gaat het buisje! Pfieuw zo snel en hoog de lucht in, dat ik ‘m pas weer opmerk als ie vlak naast me op de grond valt.
    ‘Yes! Die ging hoog!’, jubelt Benjamin en wordt vrolijk achterna gehold door Merlijn en Marcel. Dat mams net bijna een hartsverzwaring heeft gekregen, deert hen niet.
    ‘Maar het buisje is wel stuk!’ Tja, van zo’n hoogte komt de val hard aan. Maar Marcel lost het op: een plastic haring wordt voorzien van gat. Het buisje was niets bij wat nu de lucht in gaat.

Er is één dingetje: op het speeltoestel staat Ais Strike.
    ‘Benjamin, ik vind het maar een vreemde r?’
    ‘Ja, dat weet ik ook wel!’, klinkt hij geïrriteerd.
    ‘Nu leest het als Ass Strike.’
    ‘Ja, voel je het al? Mag jij op de dwarsbalk zitten, dan strike ik deze haring wel even in jouw ass.’
    ‘Dan hoop jij zeker dat ie er via mijn mond weer uit komt?’
    ‘Ja, cool!’

Tijd voor het andere speeltuig, de blaaspijp. Het klinkt als een onschuldige PVC-buis waar de lieve schattige jongens van mijn generatie mee schoten. Ik heb het echter over een dubbelloops blaaspijp, voorzien van handvat en magazijnen voor de pijltjes. Klinkt nog niet echt als een gevaarlijke speeltje.
    Tot je de pijltjes ziet! Ze zijn van papier, uiteraard. Maar voorzien van spijkers in de punt en gevuld met lijm. Ook bij dit maaksel was Marcel betrokken en staat vooraan om door de pijp te blazen.
    Noemde ik eerder het woord gevaarlijk? Zeg nu maar gerust angstaanjagend.

Al snel wordt de meegebrachte schietschijf aan een boom gehangen en vliegen de pijltjes in volle vaart in de roos en er omheen. Gelukkig kunnen de jongens goed mikken. Toch bleef Marcel erbij en zorgde ervoor dat elk pijltje tot in de punt gevolgd werd. Zelfs als er eentje in de struiken verdween, moest die opgesnord worden, anders was het einde spel.
    Vervolgens werden lege blikken opgestapeld en schoten de jongens ze één voor één naar de grond.
    ‘Hebben jullie een blik met knaks gezien?’, vraag ik en steek mijn hoofd door de tentdeur. Net op dat moment klonk een doffe plok in een blik en liep er een klein straaltje vocht uit.
    ‘Ik denk dat ik die net lek heb geschoten.’

Al snel bleken de Air Strike en blaaspijp niet voldoende voor een weekend mannen-fun. Wat de jongens het liefst deden? Chickies fixen. Dat was pas echt schrikaanjagend, want waar eindigde dit? Toch niet met meisjes in de tent?
    ‘Wat zit jij ineens sip te kijken?’, zegt Benjamin tegen Marcel.
    ‘Ik mag vast niet mee van mama.’
    ‘Hoezo niet?’
    ‘Ik mag geen Chickies fixen.’