zondag 16 augustus 2015

Fiat 500



Dit is mijn favoriet: de Fiat 500 – rood!
    Eens zien hoe jij je houdt tegenover de oogopslag van deze auto. Ga er eens een meter of zes vanaf  staan. Nee, niet aan de zijkant, maar bij de voorkant. Kijk diep in de schattige ronde oogjes en let op hoe zij knipoogt en intens liefdevol lijkt te zeggen:
    ‘Neem mij!’

Ooit zocht en vond ik deze rode auto uit bouwjaar 1972 – hetzelfde bouwjaar als ik. Dat leek me gaaf. Mijn wederhelft bracht echter een eind aan deze waanvoorstelling. Hij zag al voor zicht hoe ik keer op keer, leunend tegen mijn droomauto, weer de wegenwacht belde of door hem versleept moest worden. Hoewel ik vermoed dat deze Fiat met gemak in zijn achterbak past.
    Alles best, autorijden kan ik heus, maar eraan sleutelen is toch voor manne… uhm garages?

Dat zelfs Benjamin mijn droom zou begrijpen had ik nooit verwacht. Het was aan de Cote d'Azur, dat hij viel voor de charmes van Madammeke Fiat.
    ‘Mama, die moet jij kopen!’
    ‘Ik weet het schatje, zij en ik passen perfect, maar de prijs heeft een iets te grote maat.’
    ‘Maar kijk nou hoe leuk ze is.’ Hij kon zijn ogen er niet vanaf houden, behalve voor een voorbijrijdende Lamborghini dan. ‘Als ik er twintig tel, koop jij er dan één?’, vraagt ie en quasi lacherig antwoord ik.
    ‘Ja.’ We komen er toch geen twintig tegen.

Direct begon hij te tellen en binnen een uur had hij er zeven op zijn telraam staan. Dit ging in topsnelheid. Mijn gordel leek strakker te zitten. Een dag later telde hij verder en kwam tussen Grimaud en Sainte Maxime, dat is veertien minuten rijden, tot vijftien stuks.
    ‘Marcel, mag het raam open? Ik krijg het benauwd.’ Het is hoogtijd voor een rectificatie, want de twintig zouden bereikt worden. ‘Benjamin,’ piepte ik, ‘ik hoop dat je doorhad dat ik gisteren een grap maakte en dat die lieve pittoreske voiture er echt niet komt.’
    ‘Maar…’
    ‘Of jij moet ‘m betalen!’
    ‘Twintig! En deze is nog rood ook!’, riep Benjamin dolbij uit. Zwijmelend keek ik met hem mee… een Madam cabriootje.

Nu we de twintig geteld hadden en dat binnen twee dagen, zouden we al snel de tel kwijtraken, dus ik ging turven. Benjamin daagde me opnieuw uit:
    ‘Mama, koop je er dan één bij honderd?’
    ‘Ik dacht het niet.’

Toen werd het idee geboren voor een vakantiefilmpje (zie onder). Ik wist direct hoe ik my seconds of fame wilde laten zegevieren op het witte doek.
    ‘Dat wordt zoeken naar een rode Fiat 500!’
    ‘Wees jij nou maar blij met welke Fiat 500 ook, want we schudden heus niet zomaar een rood Madammeke Fiatje op de weg.’
    ‘Hoezo? We zijn net tien minuten onderweg vanaf de camping en per minuut kwam ik er één tegen.’
    ‘Was er eentje rood?’
    ‘Nee, maar dat vergroot juist de kans om een rode te vinden.’ Ik zie via de make-upspiegel dat Celine’s gezicht verandert in een grimas waarmee ze overduidelijk zegt: laat Benjamin maar kletsen. Wij gaan jouw auto vinden! Terwijl Marcel natuurlijk Benjamin bijvalt. De pessimisten!

Amper de auto uit, reed daar zomaar een rode Madam Fiat de straat in. De bestuurster (dat zijn het altijd) parkeerde haar op de parkeerplaats waar wij net voorbij slenterden en vertrok.
    ‘Niet te snel erop af mensen!’, riep Marcel en greep me bij mijn arm. Maar nog amper weg, riep hij:
    ‘Filmen!!!’

Een paar dagen later, op weg naar Nice telde ik de honderdste dame.
    ‘Honderd! Ik trakteer op een Mc. Flurry!’, en verwachte dat iedereen luid hoera zou roepen en klappen, maar nee, het was a one women party.
     Marcel moest zijn handen aan het stuur houden. Benjamin kreeg sowieso niets mee, want hij had zijn koptelefoon op en Celine ging zo op in haar tekenkunsten dat haar hoera vertaald werd in een klein beweginkje - haar handen gingen omhoog van het papier - en ze tekende weer verder.

Uiteindelijk zag Benjamin in de hoeveelheid getelde Madam Fiatjes een teken: 166 stuks (en hoeveel hebben we gemist omdat we de andere kant op keken?).
    ‘Mama, we hebben er hier zoveel gezien. Dat moet iets bewijzen. Namelijk dat jij er één moet kopen.’
    ‘Het enige bewijs dat ik heb: er bestaat een Fiat 500 hemel en ik ben er!’