zondag 30 december 2012

Beertje II



 (Let op, dit is een vervolg op Operatie-live)
Het is toch wat…
Beertje zit al de hele week in my system. Constant verschijnt hij voor mijn ogen. Die operatie en alles eromheen. Ik ben natuurlijk zijn verpleegkundige, dat snap je. Iedereen is druk doende met de eigen zaken, zeker nu het vakantie is.
En wie mag Beertjes verband verwisselen? Zijn wond controleren? Ikke!!!

Was dat maar waar.
Hoewel Beertje op de bank zou moeten liggen om te herstellen, lekker verwend door iedereen, kijkt niemand naar hem om. Niemand neemt Beremansje weer mee naar boven waar hij hoort te zijn: op het nachtkastje. Daarom, als iedereen even weg is, pak ik de lieverd in mijn handen en vertroetel hem, want hij moet zich toch best zielig voelen. Niemand die zich om het beertje bekommert…

“Ho!” Hoor ik iemand roepen: “Dat is niet waar!”
Inderdaad!  Zit ik toch gewoon te liegen waar je bij zit zeg! Zal het gelijk weer recht zetten.
Zo heel af en toe valt iemands oog op Beertje, pakt hem op en houdt hem liefdevol vast. Het troetelbeertje wordt zo zacht en lieflijk toegesproken, met woorden vol zorg en warmte dat ik groen en geel zie van jaloezie. Werkelijk, dat kleine oude, kale, dode knuffeltje wordt vertroeteld! Dat wil je niet weten.

Wat ik echter wèl weet: het duurt maar even. Wordt weer vergeten en daar ligt hij achter de bank tot ik het zielenpootje vind; tijdens het stofzuigen nog wel. Of daar piept er eentje van onder een kussen vandaan tot Marcel hem tegenkomt en oh, daar gaan we weer, klinken er woorden vol medelijden van “Hoe we Béértje toch zo hebben kunnen laten stikken” en “welke lompe os die kussen maar zo bovenop hem heeft gelegd.” Ik zeg: “gesmeten”.

Als ik het zo over Beertje heb, denk ik ineens. Wie heeft die naam bedacht? Dat kan Marcel toch niet zijn geweest? Hij bedacht namelijk een super-originele en mooie bedrijfsnaam: “RitsRatsReklame”. Met de tekst groot op de auto horen we het zelfs uitgesproken worden in het Frans, Engels, Duits en Belgs. Het klinkt altijd weer leuk! Deze naam kwam als uit de lucht gevallen in Marcel op en zo is het na 15 jaar nog. Wat mij betreft een begrip… en dan is daar Beertje. Zo’n doordachte naam.

Het enige wat ik wil weten: Wie bedacht die naam?
Zie mijn gang naar Marcel, het is tenslotte zijn knuffelbeertje. Ik praat hem bij hoe het nu met Beertje is en vraag tenslotte: “Wie heeft die naam eigenlijk bedacht?” Hij dus.
“Was jij altijd zo origineel met namen? Van wie heb je dat?” Antwoord hij doodleuk: “Van mijn ouders, we hadden ook hamsters.” Wat die er ineens mee te maken hebben!?
“Hoe heetten die dan eigenlijk?” waarop hij lachend zegt: “Hammie!” Ja, lach maar, deed ik ook terwijl hij verder vertelde: “En de volgende heette Hammie de tweede”. Ja hoor, daar heb je het al, origineel dus. “Hoeveel hamster hebben jullie gehad?” is mijn volgende vraag en hij telt hardop: “Hammie, Hammie de eerste, de tweede, de derde… ik denk een stuk of zes.” Och ja, als ze allemaal Hammie heten zou ik ook de tel kwijt raken.

Dit maakt me nieuwsgierig naar hoe Marcel onze kids zou hebben genoemd als ik er niet voor nodig was geweest?
“Marcel, hoe zou jij je eerste kindje hebben genoemd?” Kijkt hij me droog aan: “Kindje!”
Hoor mijn zucht. Nog één vraag: “En je tweede kindje?” met een stalen gezicht, werkelijk een pokerface zegt mijn wederhelft: “Die heet natuurlijk Tweede Kindje!”
Ik ben nog nooit zo blij geweest met mijn bestaan! Al is het maar om de namen van de kids!